Negen jaar. Zo lang en tegelijkertijd zo kort. Negen jaar lang moeten we je missen. Negen jaar waarin diploma’s werden gehaald, kindjes werden geboren, liefjes voor de eerste keer mee naar Beek kwamen. Negen jaar waarin pubers volwassen werden, baby’s leerden stappen, kleuters leerlingen werden.
Negen jaar elke dag aan je denken. Negen jaar waarin het leven z’n gewone gangetje ging. Negen jaar waarin het veel te weinig regende in Limburg, de zon prachtig scheen, de haring van de markt nog steeds even lekker smaakt en de schaapjes elke lente opnieuw komen grazen in de wei tegenover jullie huis.
Negen jaar waarin oma haar ongelofelijk sterke zelve bleef. Negen jaar waarin ons mama opmerkte dat onze papa steeds meer op jou lijkt. Negen jaar waarin de kleine Reumersjes met veel liefde naar je foto zwaaien om hallo te zeggen tegen Opa Corneille. Negen jaar waarin ons oma nog steeds de beste nasi maakt, om over haar miserable nog maar te zwijgen.
Negen jaar is lang. En tegelijk is het zo kort. Ik hoor je nog bezorgd roepen ‘voorzichtig met de deur’ of ons liefdevol nog een extra bol ijs opscheppen of stuk taart toeschuiven. ’t Zijn die kleine dingen, zoals willen vertellen dat Kim Clijsters terug gaat tennissen of uitleggen dat we tegenwoordig geld overschrijven via een qr-code, die voor groot gemis zorgen.
Maar wanneer ik hoor hoe andere mensen over je praten, herinneringen over je ophalen en anekdotes delen, ben zo trots dat ik jou mijn opa mag noemen. Want ver weg of dichtbij. In mijn hart ben je nooit weggeweest.