Ik heb nog nooit op een druilerige, donkere donderdag in februari gedacht: ‘shit zeg, de winter is weer bijna voorbij, doeme toch.’ Echtig waar, nog nooit gedacht. Maar op een heerlijke zomerdag, waarbij we wat langer aan de tafel blijven plakken omdat de zon nog zo lekker schijnt en de bbq nasmeult, durft dat gevoel mij op een gemene manier te overmeesteren.
Ik word melancholisch als ik aan september denk. En dieptriest als ik nog maar met de woorden oktober of herfst of regenbui of trui geconfronteerd word. Mijn liefde voor warme ochtenden, vers fruit als ontbijt, lunch en avondeten, kunnen gaan fietsen zonder dat je een pull moet meenemen omdat het te fris is op de fiets, boeken lezen in de hangmat en tegelijkertijd een kleurtje pakken, sangria met een ijsblok of drie, de geur van versgemaaid gras en de buren die over de haag een klapke met elkaar doen, is groot. Ik hou van de zomer. Ik hou van de zon. Meer nog, ik heb ze nodig. Ik kan niet zonder.
Ik functioneer niet in donkere, koude en grijze dagen. Dan rol ik mij als een hotdog in een fleece dekentje om heel lang van een te hete chocomelk te slurpen. Dat is tof voor een dag. Met een aantal varianten houd ik dat een week vol, maar daar stopt het ook. Voor je het weet, leef je permanent in laagjes, slaap je met een donsdeken én een extra dekentje én een kersenpitkussen. Sta je op als het donker is, kom je thuis als het donker is. En net wanneer je van de trein naar je werk wandelt, verpest een regenbui je versgewassen haar. Dat maakt mij knorrig. En ik gok dat jij dat gevoel ook hebt.
Het is niet dat ik de charme van de herfst of van de winter niet kan appreciëren. Ik hou van de veranderingen in de natuur, de bladeren die zo zacht van kleur veranderen. De geur van de herfst ruikt nergens zo lekker als in het bos na een frisse regenbui. De chocomelk smaakt lekkerder, er is geen enkele reden om niet elke dag een ovenschotel te maken. Er zijn ook positieve effecten aan een seizoensverandering. Maar toch.
Toch ga ik de zomer missen. Terwijl ze nog niet eens voorbij is. Het is als het ware afscheid van een vriend. Ik heb de zomer van 2019 alvast in mijn agenda ingepland. Ik kijk nu al uit naar de witte lijnen die de spaghettibandjes in mijn schouders gaan branden, naar de geur van bbq-kruiden all day every day en naar alle vieze tenen in sletsen die dan weer tentoongesteld worden. Of toch niet. We zien wel. Eerst is het aan de herfst. En al haar gure, doch gezellige kenmerken. We kunnen er nu eenmaal gewoon niet onderuit. Dat wordt gezellig. Groetjes vanuit mijn fort van fleece en kussens.