Ik ken mijn weg op het internet. Facebook, Instagram, Twitter en jawel zelfs LinkedIn hebben voor mij geen geheimen. Hashtags houden mijn leven geordend. Likes maken datzelfde leven spannend. En ik heb al heel lang zin om eens in iemand zijn dm te sliden, als u begrijpt wat ik bedoel. Niet alleen sociale media lukken aardig. Op school haalde ik een tien op Excel en leerde ik vakkundig Pinterestborden vullen. Om maar te zeggen, hashtag digital native.
Maar van één stuk internetpret gaan mijn haren rechtstaan. Bij één online taak wil ik me liever als een hotdog in een dekentje rollen, dan effectief door te zetten en me als een volwassen vrouw te gedragen.
Me op een website van de overheid inloggen met mijn identiteitskaart, is mijn grootste internetnachtmerrie. U begrijpt mijn frustratie vast en zeker. Ik gok dat u dit internetobstakel ook al hebt moeten overwinnen.
De nachtmerrie start bij het bakje dat je identiteitskaart ‘leest’. Wie heeft er in godsnaam zo’n inlogtoestel? Dat toestel plug je niet zonder meer in de usb-ingang, neen hoor. Dat ding hoort geïnstalleerd te worden. Alsof het allemaal nog niet moeilijk genoeg is, zegt mijn computer gewoon nee. Hij doet het niet. Drama. De software, het inlogtoestel en mijn laptop matchen niet. Inloggen met je identiteitskaart is gewoon om ruzie vragen.
Ik heb elke internetbrowser die je online kunt vinden, geïnstalleerd met de hoop dat het probleem zo opgelost kon worden. Dat was niet zo. Zelfs van computer switchen hielp niet. Been there, done that. Ik zit zo langzaamaan met mijn handen in het haar. Gelukkig zijn er alternatieven.
Je hoeft je niet persé met je identiteitskaart in te loggen. Volgens de helpdesk lukt het ook met een pincode of via een app op je smartphone. Handig denkt u. Dat dacht ik ook. Tot bleek dat je je eerst met je identiteitskaart moet aanmelden om deze handige inlogmethodes te activeren. Oh, de ironie. Dat moeten serieuze grapjurken zijn, die dit systeem bedacht hebben.
Wie het internet als een spel bekijkt, weet dat overheidswebsites de moeilijkste levels zijn. Je moet net als bij Candy Crush vrienden uitnodigen om extra snel vooruit te gaan in het spel. Ik nodig steevast mijn papa uit. Hij leert me hoe ik de valkuilen kan omzeilen. Door met de helpdesk te telefoneren. Of naar Brussel te gaan. Om tokens aan te vragen. Geen idee wat het is, maar het is me na veel trial and error duidelijk dat ik ze nodig heb. Wie zich aanmeldt met een identiteitskaart, haalt nooit het volgende level. Game over.
Ik ga niet bij de pakken blijven zitten. En ga het probleem als een uitdaging bekijken. Want dat lijkt me tien keer interessanter dan te zwelgen in boosheid en frustratie. En wie weet wat het volgende internetlevel mij te bieden heeft, dat wordt pas zweten.
Elke week van april pende ik een tranche de vie neer voor De Standaard. Deze column verscheen in De Standaard voor ‘De maand van’. Alle rechten zijn voorbehouden voor Corelio.