Ik was eergisteren zo hard in Berlijn, dat het nu nog steeds pijn doet. Want wat een stad, wat een vibe en zo veel hipsters. Niet dat het mijn Berlijnontmaagding was. Ik was er eerder al, maar dan voor business (aka Scala en Roadies). Nu ging ik voor pleasure. En of het plezant was!
Berlijn vanbinnen en vanbuiten leren kennen. Dat was het plan. En mannekes toch, ik ben keihard verliefd geworden. Op de verwarrende metrolijnen, waardoor je telkens iets anders ontdekt. Op het schoonste verlaten vliegveld, Tempelhof. En zeker op de goed verstopte, pinterestachtige koffiebars.
Sloten koffie dat ik gedronken heb. En dat terwijl ik gewoon met mijn reisgenote een babbeltje sloeg. Want dat is opnieuw hip en trendy. Praten met elkaar. Zonder wifi. Een oase van rust tussen alle ‘vind ik leuks’ en ‘instagramhartjes’. Wat uiteraard niet tot gevolg had dat ik geen enkele koffie meer instagramde. Dat zou een illusie zijn. Maar toch, goed bedacht door die Berlijnse jongens.
Naast al die geniale ingevingen, slagen ze er in Berlijn ook in om de bal af en toe volledig mis te slaan. Zo heb ik de ‘kom-we-verven-ons-haar-knalblauw’ trend precies niet echt begrepen. Ook is het ‘leggings zijn geen broeken’ begrip nog steeds niet tot in Berlijn doorgedrongen. En dan heb je ook nog het extreme alcoholgebruik op straat. Het is in Berlijn blijkbaar de normaalste zaak van de wereld om al om half elf ’s ochtends casual een pintje achterover te gieten. Gewoon, op straat. Omdat het kan zeker?
Maar naast die gekke fratsen, niets dan hartjes voor Berlijn. Ik had er gerust nog een week kunnen blijven. Of twee weken. Misschien wil ik er wel gaan studeren. Fok jong, wat nu gedaan? Voor nu blijft het voorlopig bij mijmeren en glimlachend scrollen tussen de foto’s. Maar ze mogen mij terug verwachten. Want Berlijn, ik zien a geire.