Het is een hype. Die geheelonthouding van al het lekkers dat onder de noemer vlees valt. En als het geen vlees is, dan laten we wel alcohol of suiker of zout aan de kant liggen. Hypehoppers zoals we allemaal zijn.
Zo’n twee jaar geleden ondernam ik een poging om veertig dagen al het vlees te laten, zonder al te groot succes. Bij het smeren van de boterham des ochtends liep het al mis, blijkbaar zit in vleessla ook vlees. Bummer. Blijkt dat ik daarnaast ook verlekkerd ben op ajuinburgers, vers gehakt en zwarte pensen. En daar steekt een broccoliburger dan maar bleekjes tegen af.
Maar dus, een nieuw jaar en nieuwe poging. En daar komt de hashtag in het verhaal. Ik wil meer, ik wil een uitdaging en ik wil vis. Of net geen vis. Daarom #veertigdagenzondersushi. Het lijkt banaal, maar voor een sushileek zoals ik is het alvast geen eitje. Want waar de gedachte van ‘zeg, dat is toch helemaal geen geheelonthouding als je het niet eens lust’ je zou kunnen besluipen, heb je het mis. Ook een lekkernij in wording veertig dagen aan de kant schuiven, kent zo zijn euvels.
Om te beginnen word ik als student uit Leuven dagelijks geconfronteerd met de popuppende sushibarren her en der. De hip en trendy factor druipt als het ware van hun uitstalborden af. Ontsnap daar maar eens aan. En ook op de sociale media ben ik niet meer veilig voor de persuasieve trucken die het merk sushi uitspeelt. Personalities zoals Joy – ik eet zelfs sushi als ontbijt – Thielemans of Pieter – ik dribbel al eens een balletje – Loridon zijn niet weg te slaan bij het maritieme goedje. De foto’s en hashtags vliegen me zodanig om de oren dat ik niet anders durf dan de stokjes ter handen nemen en proeven.
Maar nu dus niet. Ik volhard en stel de sushidrang uit tot na de vasten. Omdat het kan en vooral om te tonen dat ook ik het kan. Kan jij het ook? Geloof in jezelf en in de kracht van sushi. Want #veertigdagenzondervlees is mainstream, maar #veertigdagenzondersushi da’s pas yolo!